Pels-D'Hondt Orgelbouw b.v.b.a.
Dorp 73
B-2230 Herselt - België
Telefoon: 014 54 46 58
mail: info@pels.be
De eerste orgels
In 246 voor Christus bedacht ingenieur Ktesibios in Alexandrië in Egypte een systeem om met waterdruk wind in pijpen te blazen. Eén man kon nu verschillende tonen tegelijk bespelen.

Dit instrument, organum hydraulicum genaamd, werd al snel een geliefd luxe-instrument. Het vond zijn weg naar de hoven van de antieke wereld. Het orgel moet indruk gemaakt hebben, want ook bij gladiatorenspelen in arena’s, en zelfs bij het ten strijde trekken dook dit kostbare instrument op.



Een grote ommezwaai was de ontwikkeling van het organum pneumaticum, in de de tweede eeuw na Christus. Waterdruk werd vervangen door de veel handiger blaasbalg, zoals die we die kennen van bij de dorpssmid - of van de barbecue voor de jongeren onder ons.

In 757 na Christus kreeg Pepijn de Korte een bijzonder relatiegeschenk van de keizer van Constantinopel: een orgel met loden pijpen. Zo kwam het instrument in West-Europa terecht, en Pepijn liet het meteen in een kerk in Compiègne (F) plaatsen.



In het het jaar 992 vinden we de eerste vermelding dat het orgel tijdens een kerkdienst gebruikt werd. Spoedig werden in de belangrijkste Europese kerken grote orgels gebouwd. In de kathedraal van Winchester stond in de 10de eeuw een orgel met 400 pijpen. Twee organisten waren nodig om het te bespelen, en tientallen sterke mannen om de 27 blaasbalgen te bedienen.

Daarna wordt het even stil op het orgelfront. Tot er op het einde van de middeleeuwen er de grote doorbraak komt.

Het walsbord werd uitgevonden. Door dit nieuwe mechanisme, dat de beweging van de toetsen zijdelings verspreidt, konden ineens grote en brede orgels gebouwd worden die door één organist bespeeld werden. Zo kon in 1390 in Sion in Zwitserland een orgel (zie foto) gemaakt worden met een handzaam klavier in een smalle onderkast; de bovenkast kon breder uitgebouwd worden om de grote pijpen een plaats te geven.



Zo zag Jan Van Eyck in 1432 de hemel. Engelen musiceren rondom een klein orgel. Het is verplaatsbaar - vandaar de naam positief - en daarom zitten er handvaten opzij. Minutieus schilderde Van Eyck de details van dit instrument. Het is te bewonderen op een paneel dat deel uitmaakt van het beroemde altaarstuk De aanbidding van het Lams Gods. Het hangt in de Sint-Baafs in Gent.

Het klavier is nog primitief en laat snelle passages niet toe. Als men erg goed toekijkt ziet men de plooien van de blaasbalg links achter het orgel, en een engel die al zittend de balgen bedient. Gotische hyperrealisme gunt ons een blik op een instrument dat al lang niet meer bestaat.
Sleep de muis over de afbeeldingen voor meer informatie.

WATERORGEL VAN KTESIBIOS

Met een pomp wordt een vat water onder druk gezet. Deze luchtdruk duwt de wind in de pijpen waarvan het ventiel opengezet werd. Deze ingenieur heeft nog veel andere uitvindingen op zijn naam staan, o.a. het wateruurwerk, waarbij wegsijpelend water in een maatglas als antieke chronometer werd gebruikt.

"SLECHTS" TWEE MAN AAN HET WERK

"Slechts" twee man aan het werk in de balgenkamer van het orgel in Halberstadt (D) uit het jaar 1361. Als alle registers open gingen, waren er tien trappers nodig om genoeg wind te maken met de twintig balgen.

DE KLEINSTE ORGELS

De kleinste orgels heten portatieven omdat ze gedragen kunnen worden. Dit model staat op tafel in een vredige huiskamer. De man bespeelt de toetsen, en de vrouw geeft de wind. Een harmonisch tafereeltje voor het echtelijk bed.

pels.be © MMXIII | LOGIN klanten